Koesteren
‘Als je een gemeentehuis mag ontwerpen, vinden wij het belangrijk dat de bevolking meedenkt’, begint Max van Huut zijn verhaal over het ontwerpproces van het gemeentehuis in Den Burg, op het waddeneiland Texel. ‘Met ons bureau hebben we inmiddels twaalf gemeentehuizen opgeleverd en de ervaring heeft ons geleerd dat een betrokken bevolking het gemeentehuis als “eigen” gaat ervaren wanneer de inspraakronden goed worden aangepakt. “Houden van” is een duur-zame relatie, daarmee krijgt het gebouw een langere houdbaarheid. Dat proberen we met onze gebouwen te realiseren.’
Tijdens de inspraakavonden namen de architecten voldoende materiaal mee om de creativiteit van de bewoners een weg te geven: papier, boetseermateriaal, verf. Van Huut: “Iedereen drukt zich op een andere manier uit. Sommigen tonen expressie in het gesproken woord, anderen willen tekenen, kleien, schrijven. Dat vinden we belangrijk, dat de dromen en wensen van de bevolking letterlijk een plek krijgen in het ontwerp. Het gebouw wordt van de bevolking’, vertelt Van Huut.
Avontuurlijk ontwerp
De plattegrond van het gemeentehuis is een open cirkel, waarbij de entree zich in het midden van de cirkelboog bevindt. Geborgenheid en contact met het omringende landschap, met die twee uitersten hebben de architecten gespeeld. De daklijn is het hoogst bij de kopgevels - analoog aan de Texelse schaapkooi - en in het midden van het gebouw. Daartussen “meandert” het gebouw, zowel met de daklijn als de geleding in de gevel.
De meest in het oog springende materialen zijn de bakstenen van het metselwerk in de gevel en de keramische pannen van het dominante dak. ‘We werken graag en veel met baksteen’, vertelt Max van Huut. ‘Het veroudert heel mooi. En natuurlijk is het materiaal makkelijk recyclebaar.’ De relatief kleine formaten van de keramische pannen zijn ook zeer geschikt om afwijkende vormen in de gevels en daken te maken - vrijwel geen vlak is recht of in het lood, geen hoek haaks. ‘We willen graag gebouwen maken die onderdeel worden van de omgeving, van de natuur. Daarom maken we nooit rechte gebouwen’, stelt Van Huut. ‘Als alles voorspelbaar is, houdt de creativiteit op. Een gebouw moet een zoektocht zijn, een avontuur zijn voor de bewoners of gebruikers. En met spannende vormen breng je ook vrolijkheid in het gebouw. Een rivier is toch altijd levendiger dan een kanaal?’