We adviseren de maatvoering van het metselwerk voor de wanden en wandopeningen af te stemmen op de maatvoering van de baksteen. In het ontwerpstadium worden de zogenaamde koppen- en lagenmaat uitgezet op het metselwerk van het project. Metselverbanden worden daardoor mogelijk. Bij het respecteren van de lagen- en koppenmaat, afgestemd op de gekozen baksteen, is het gewenste metselverband op de bouwplaats uit te voeren.
Onze bakstenen zijn grofkeramische bouwmaterialen. Maatafwijkingen kunnen voor komen en zijn toegestaan. Deze maatafwijkingen kunnen invloed hebben op de regelmatigheid van het metselverband.
Wat is de koppenmaat?
Bij het bepalen van de muurlengte is de koppenmaat, oftewel de steenbreedte plus een stootvoeg, het hulpmiddel.
Bepaling koppenmaat in de praktijk
Om de koppenmaat te bepalen is het nodig om minimaal 20 bakstenen te gebruiken uit de geleverde partij. Neem 10 bakstenen en leg deze als strekken achter elkaar. Neem vervolgens 20 koppen en leg deze haaks tegen de strekken aan. De restmaat zijn 10 stootvoegen.
Muuropeningen en muurdammen
Bij een muuropening is de maatvoering altijd: t n x koppenmaat + voeg. Een muur, ook wel een muurdam genoemd, heeft een maatvoering van n x koppenmaat - voeg. In tegenstelling tot bovengenoemde geldt voor een inwendige hoek altijd voor de lengtemaat n x koppenmaat.
Voor halfsteens- en wildverband, gelden bovenstaande uitgangspunten. Andere metselverbanden kennen andere richtlijnen voor de maatvoering van het metselwerk. Voor bijvoorbeeld klezorenverband gelden een aantal vastgelegde spelregels:
- Elke laag dient vanaf een hoek of beëindiging te beginnen met een drieklezoor of een kop, maar nooit met een strek.
- Nooit 2 drieklezoren in 1 metselwerklaag. Als bij een metselwerklaag wordt gestart met een drieklezoor, dient te worden geëindigd met een kop.