Ontmoetingen in vakmanschap

Ontmoetingen in vakmanschap

Renovatie Schoenenkwartier | Raadhuisplein, Waalwijk

Civic Architects kreeg de opdracht om een ‘leermuseum’ te plaatsen in een deel van het ensemble van gebouwen door Alexander Kropholler rond het Raadhuisplein in Waalwijk. De stad heeft een rijk verleden als het gaat om leerlooien en schoenmaken. Het plan werd omgedoopt tot Schoenenkwartier en kreeg ruimte voor ontmoeting en bedrijvigheid. ‘Maar er is ook letterlijk ruimte voor herinneringen aan de geschiedenis van deze plek gehouden’, vertelt Gert Kwekkeboom van Civic Architects. ‘De sfeer was voor ons heel belangrijk: open ruimten, zichtlijnen en respect voor het bestaande. Jong en oud moet zich hier comfortabel voelen.’ 

Metselwerk is dominant aan het Raadhuisplein. Dat was al zo in het plan van Kropholler: het raadhuis is een opvallend pand uit de jaren dertig van de vorige eeuw, met grote gebaren in dieprood metselwerk met opvallende details en uit de kluiten gewassen ornamenten. Alexander Kropholler ontwierp dit pand en de aanliggende bebouwing als ensemble, in ‘historiserende stijl’. ‘Over the top’, zouden we nu zeggen. In de jaren tachtig kwam er een ‘eigentijdse’ uitbouw in de vorm van rechthoekige vleugels van drie verdiepingen naar ontwerp van B&D architecten. Civic Architects kreeg in 2020 de opdracht voor de transformatie naar het Schoenkwartier.

Palet van warme tinten

De wereld van schoeninnovatie gaat tegenwoordig sneller dan Waalwijk gaat’, zegt Gert Kwekkeboom als hij spreekt over het soms wat nostalgische sentiment van een deel van de mensen uit Waalwijk. De bewoners zijn trots op het nieuwe Schoenenkwartier en vertellen tijdens een bezoek – gevraagd en ongevraagd – over de geschiedenis van de verloren gegane lokale industrie. ‘En toch is het Schoenenkwartier ook een laboratorium geworden voor nieuwe creaties, aansprekend voor iedereen. We hebben gekozen voor een herkenbaar palet aan bouwmaterialen: laagdrempelig voor iedereen die niet dagelijks in een museum komt en tegelijkertijd boeiend voor toeristen uit de hele wereld’, vertelt de architect. ‘Voor de nieuwe bakstenen hebben we tot op de precieze kleurgradiënten onderzoek gedaan, om ervoor te zorgen dat het een samenspel is van warme, fijne tinten in combinatie met wat er al was.’

 

“De kleurgradiënten van de bakstenen zijn gekozen om een samenspel van warme, fijne tinten te creëren’

Gert Civic, Civic Architects 

 

Subtiele inpassing

De arcade aan het plein was vroeger de poort voor marktkramen en geeft nu - volledig met glas gevuld – zicht op en toegang tot de entree van het museum. In de kiosk is een grand café geplaatst. Vanaf het plein springen de nieuwe ingrepen niet direct in het oog – het Raadhuis vraagt om veel van de aandacht – maar voor de alerte bezoeker is het nieuwe rechthoekige atrium zichtbaar met een blinde gemetselde muur, glaswand en dak. De gevels van de rechthoekige vleugels – nu in het interieur - zijn gestript tot op het betonnen skelet en weer gevuld met baksteen – met grote ronde sparingen. ‘We hebben zo weinig mogelijk willen weggooien’, motiveert de architect de keuze voor behoud van het skelet.  ‘De cirkels hebben het formaat van de ketels uit leerlooierij’, vertelt een enthousiaste vrijwilliger in het museum. ‘Een mooi verhaal’, reageert Gert, ‘maar zo is het niet gegaan: dat hebben ze zelf bedacht.’ Het maakt de architecten niet uit. Het is juist goed dat er verhalen worden verteld over het gebouw, dat het tot de verbeelding spreekt.

Bijzondere verbanden

De architect wijst op een verwijzing die de architecten wel hebben gemaakt. ‘Al is dit echt voor de baksteenliefhebber… misschien zelfs iets té subtiel’, grijnst hij. De blinde kopgevel van het nieuwe atrium dat het museum ontsluit steekt boven de arcades uit. Het metselwerk is opgebouwd met kleinere stenen, zeker in verhouding tot de Kloostermoppen in het Kropholler-ensemble. ‘Met het metselverband in de kopgevel hebben we driehoeken gemaakt, om te verwijzen naar de puntdaken van de bestaande architectuur. Het is een zoekplaatje.’ De nieuwe stenen zijn iets minder oranje en iets minder bont dan de stenen in het oorspronkelijke gebouw. ‘Ze hebben ook een kleinere maat, al is die nog steeds aanzienlijk. De baksteen is nog steeds een herkenbaar element, verdwijnt zeker niet in het grotere geheel’, legt Gert uit.

Het metselwerkverband in de wanden met de cirkelvormige uitsparingen is ook bijzonder, juist omdat het een bijrol speelt. De architect: ‘In deze vlakken is een zogenoemd Vlaams verband gebruikt: kop en strek. Rustig. Met volle voegen, wel in dezelfde voegkleur als het overige metselwerk.’ De steen die hier is gebruikt is grijzer en iets bezand. Op de vloer is een tapijt van baksteen gelegd in visgraatmotief. ‘Met nog een blekere steen’, wijst Gert. ‘Hier is gekozen om er een groot vlak van te maken. Deze vloer loopt van het café tot diep in de centrale hal van het museum. Die wandeling is vrijgehouden van fysieke barrières en maakt het tot een publiek binnenplein.’

 

“Heel subtiel hebben we met een metselwerkverband het silhouet van een puntdak in de gevel laten metselen. Misschien wel té subtiel’’

Gert Civic, Civic Architects 

 

Vakmanschap en nog meer vakmanschap

Het grote gebaar en het kleine detail: in het plan van Kropholler was daar veel van te vinden. De ingrepen voor het nieuwe Schoenenkwartier hebben dezelfde insteek, maar veel subtieler. ‘En met aanzienlijk minder ornamenten’, vertelt Gert met gevoel voor understatement. Geen levensgrote koeien en grote kolommen, maar wel bijzondere wanden van speciale tegels door bureau la-di-da en Cor Unum en de door Civic Architects ontworpen centrale balie van kalkhennep. Vakmanschap straalt van alle elementen af. Liefde voor het vak. Of het nu gaat om de handgemaakte schoenen in de expositie of de vingers die zichtbaar zijn in de gebakken stenen van de wand uit het Kropholler ensemble: de vakman is voelbaar.

Het ontwerp van Civic Architects verbindt al deze verschillende vormen van vakmanschap met elkaar: dat van de oorspronkelijke architect, dat van de leerlooiers en de schoenmakers, dat van de kunstenaars die een bijdrage hebben geleverd aan het interieur en de exposities.  Ook dat is vakmanschap: het transformeren van een ongebruikt pand naar een open en inspirerende plek voor jong en oud, voor bezoekers uit de hele wereld. En zeker voor de bewoners van Waalwijk, die zich eens per jaar met carnaval Schoenlappers en Schoenlapperinnekes laten noemen, maar zich het hele jaar door in het Schoenenkwartier zo kunnen voelen.

  • Architect: Civic Architects
  • Aannemer: WAM&VanDuren en Van Dijnsen
  • Opdrachtgever: Gemeente Waalwijk
  • Gevelbakstenen: Menton HV BNF, Menton HV WF en de Verda HV WF

Toegepaste producten

Onderstaande producten zijn toegepast in dit project. Naast technische informatie vind je op de productpagina's ook verwijzingen naar beschikbare tools en services. Daarnaast tonen we diverse referentieprojecten waar dit specifieke product ook is toegepast.

Meer referentieprojecten