Passend in de omgeving
Om de omgeving zo min mogelijk aan te tasten, is naar een goede balans gezocht tussen de bebouwing en de natuur. “Je wilt dat er niet te veel bebouwd wordt, maar de ontwikkelaar wil dat natuurlijk wel”, legt Sterk uit. “We hebben daarom echt de grenzen opgezocht om tot de juiste verdichting te komen.”
“Ook de architectuur is een afgeleide van de omgeving”, gaat Sterk verder. “De jaren ’30 architectuur die in het lint aanwezig was, is de drager geweest voor het totale project. Daarom is ook bewust in jaren ’30 stijl verder gebouwd. De baksteenarchitectuur uit de jaren ’30 was hierin leidend. Velen zullen vragen: wat is nou jaren ’30? Typerend voor de jaren ’30 is dat er met veel detail werd gewerkt. Dat zit hem in plinten met rollagen en verspringende metselwerkvlakken. Daar bouw je eigenlijk de gevel mee op. Het zijn dus geen saaie rechttoe rechtaan woningen, maar we hebben juist met baksteendetails cachet aan de woningen gegeven. Dat is één van de dingen die je met baksteen kunt doen”, stelt Sterk.
Prominente kap
Het groen in de omgeving blijft de rode draad in dit project. Het was dus niet de bedoeling dat te veel steen zichtbaar zou zijn. Daarom is voor een mansardekap gekozen. Sterk licht deze keuze toe: “In de jaren ’30 zag je deze kapvorm regelmatig”.“De mansardekap hebben we in het middengebied toegepast”, vervolgt Sterk zijn verhaal. “In het middengebied bevinden zich lange blokken huizen naast elkaar. Als je zo’n rij woningen naast elkaar ziet, zie je veel baksteen. Om dat aanzicht te beperken en om de uitstraling van de woningen te verzachten naar de omgeving toe is voor de mansardekap gekozen. Het is feitelijk een tweede gevel.”
Materialen van nu
Zowel de gevel als de dakvlakken zijn in keramiek uitgevoerd. Sterk is hier erg over te spreken: “Keramiek behoudt zijn kwaliteit door de jaren, dat is wel bewezen.” Hoewel in de jaren ’30 ook veel met keramische materialen gebouwd werd, komt het gebruikte materiaal in dit project niet precies overeen met dat uit de jaren ’30. “Wij hebben eerst gekeken: wat deden ze vroeger?”, zegt Sterk over de materiaalkeuze. “Vroeger werd voor de mansardekap een knikpan gebruikt. Dat deden ze vroeger niet met een golfpan. We hebben ook gekeken naar een Tuile du Nord, dat zijn kleine dakpannen. Dat was in dit project prijstechnisch niet haalbaar. Welke pan kunnen we dan wel toepassen die geen afbreuk doet aan de algehele uitstraling?” Dat werd de Alegra van Wienerberger. Sterk licht deze keuze toe: “De Alegra heeft vlakke gedeelten in de dakpan, waardoor deze refereert aan de Tuile du Nord die vroeger in de jaren ’30 veelvuldig werd toepast.”