Herontwikkeling | St. Jansbeek, Arnhem

De beek verbindt de oude en nieuwe binnenstad, waarbij het laatste deel – uit de tijd van de wederopbouw – een gebied is met grote transformatie-opgaven. Het is een ingreep met lef.

Na anderhalve eeuw stroomt de St. Jansbeek weer zichtbaar door het centrum van Arnhem. De waterloop en de integratie qua bestrating smeedden de binnenstad tot een samenhangend geheel. Met gevoel voor de historische identiteit is de verblijfskwaliteit danig vergroot.

Het project werd overtuigen winnaar van de Gelderse prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit 2018, voor landschappen die een opmerkelijke transformatie hebben ondergaan. Juryvoorzitter Jans Terlouw: “In het terugbrengen van de historische beek wordt een antwoord gevonden op de opgave klimaatadaptatie. De beek verbindt de oude en nieuwe binnenstad, waarbij het laatste deel – uit de tijd van de wederopbouw – een gebied is met grote transformatie-opgaven. Het is een ingreep met lef.” Een reactie kan niet uitblijven: in de directe omgeving wordt flink gebouwd en gerenoveerd. Het project is een aanjager voor de herontwikkeling van het wederopbouwgebied, de kwaliteit van de openbare ruimte zet de toon. Arnhem heeft de St. Jansbeek omarmd, alsof hij nooit is weggeweest.

Waterhuishouding én samenhang

De beek is niet alleen om esthetische redenen weer bovengronds gebracht. De ingreep verbetert de waterhuishouding, het stadsklimaat en de biodiversiteit. Het Arnhemse Buro Poelmans Reesink maakte het ontwerp om de relatie tussen noord en zuid en tussen de stad en rivier te herstellen. Met als meest markante ingrepen het bovengronds halen van de waterloop én de keramische rode loper tussen noord en zuid. De ingrepen moeten de binnenstad weer tot een samenhangend geheel maken. Logische resultante is de keuze voor de gebakken straatsteen Paviona. De baksteen vormt de basis voor de gehele Arnhemse binnenstad. In de historische binnenstad ligt waalformaat straatbaksteen met natuurstenen ‘lopers’. In het wederopbouwgebied dikformaat straatbaksteen met beton en natuursteen details.

De context

De beek vervult in het Arnhemse centrum twee ruimtelijke functies. Het verbindt het noordelijke met het zuidelijke deel van de binnenstad en versterkt de relatie tussen de stad en de Rijn. De zuidelijke binnenstad is in de oorlog zwaar beschadigd en bestaat voor een groot deel uit wederopbouwarchitectuur. Het contrast met het historische, noordelijke deel van het centrum is groot. De abrupte overgang geeft bezoekers het gevoel dat het centrum er ophoudt. De naoorlogse stedenbouw werkt hierdoor als een barrière tussen het historische centrum en de Rijn.

Historische identiteit

Al in de 13e eeuw staan er langs de beek watermolens voor graan, papierproductie en wasserijen. Daar waar nu Park Sonsbeek ligt, lag ooit Arnhems eerste ‘industrieterrein’. Via gemetselde lopen stroomt het water vlak langs de huizen door de stad. Omdat de mensen de beek ook als riool gebruiken, wordt het water verder stroomafwaarts hoe langer hoe viezer. Naar het zuiden toe wordt de beek steeds vaker overkluisd, om in 1861 in de binnenstad helemaal onder de grond te verdwijnen. De beek weer bovengronds halen, om zo de historische identiteit te versterken, is een gekoesterde wens van de Arnhemse bevolking. In 2008 wordt een haalbaarheids- en tracéstudie uitgevoerd.

Ruimtelijke inpassing

De huidige loop wijkt wel iets af van de historische loop. De beek stroomt nu niet ten zuiden, maar ten noorden van de Eusebiuskerk en buigt eerder af richting de Rijn. Op deze manier is de beek onderdeel van het winkelgebied, ten noorden van de kerk. Ook is er bewust voor gekozen de beek niet als continue lijn boven water te halen, maar in fragmenten. De eerste reden: het refereert aan de romantische Engelse landschapsstijl van Park Sonsbeek, waar de beek op verschillende plekken als een verrassing verschijnt. In de binnenstad zijn daarom ook verschillende waterplekken ontworpen met elk een bijzondere sfeer. Tweede reden: de beek is bedoeld als verbindend element tussen de noordelijke en zuidelijke binnenstad en mag geen barrière opwerpen. De beekfragmenten zijn zo ingepast, dat voetgangers en fietsers zich er losjes tussendoor kunnen bewegen.

"Arnhem is ontstaan aan de St. Jansbeek. Door verstedelijking werd de beek overkluisd en werd het water verpompt. De beek was derhalve niet meer in het straatbeeld te zien. De technische uitdaging was het uitvoerbaar maken van de door de landschapsarchitect ontworpen vormen. De gemetselde beek heeft op de meeste locaties een asymmetrische vorm. Bij de Eusebiuskerk is een gebogen beekbak met varenwand gerealiseerd. Het metselwerk in de beek wisselt van halfsteens verband en speklagen naar staand metselwerk. Ook zijn vier verschillende typen bruggen gerealiseerd. Met het waterschap was frequent overleg. Door deels op locatie bij de gemeente Arnhem te werken, ontstond bijna vanzelf een nauwe samenwerking en integraliteit tussen de deskundigen op het gebied van ondergrondse infra, milieu, conventionele explosieven, archeologie en watertechniek. En door de landschapsarchitect te betrekken bij de technische uitwerking, zijn alle ontwerpen naar wens uitgevoerd. Met een tot op detailniveau prachtig resultaat."

- Kevin Hendriks, projectleider, over de engineering

Detaillering

De vormgeving en detaillering van de beek verwijst naar de oude situatie, toen het water via een gemetselde loop door de stad heen stroomde. Er is gekozen voor gebakken stenen, zodat het materiaal van de straat doorloopt in het beekprofiel. Bovendien veroudert dit materiaal op een mooie manier en kunnen er varens en mossen op groeien. Om de beleving van de verschillende waterplekken te versterken, zijn per deelgebied de oevers anders afgewerkt. De detaillering van het metselwerk kreeg veel aandacht – de verschillende verbanden vroegen om het nodige vakmanschap van de metselaars. De balustrades langs de beek zijn zo ontworpen dat je er lekker overheen kunt hangen. De brugleuningen wijken juist naar buiten, voor een beter zicht op het water.

Klimaatadaptatie

Zoals gesteld zijn er raakvlakken met de waterhuishouding, stadsklimaat en biodiversiteit. Door Arnhem lopen verschillende beekdalen die tijdens hevige regenbuien blank komen te staan. Vooral het laaggelegen Spijkerkwartier had hier last van. De herstelde beek ontlast nu de Lauwersgracht, zodat deze het overtollige water uit het Spijkerkwartier kan opvangen. Hoewel de beek in de binnenstad geen natuurlijke oevers heeft, is er toch volop ruimte voor flora en fauna. Langs een deel van de beek ligt een beplantingsstrook met waterplanten. Bij de Eusebiuskerk is de noordelijke kademuur beplant met varens. Opgegraven (stadsmuur)stenen zijn in de nieuwe muur met varens verwerkt. Onder de bruggen zitten nestkastjes voor vogels en voor de eenden zijn er trappetjes in de kademuren gemetseld. Tijdens warme zomerdagen zorgt stromend water voor verkoeling van 1 tot 3 graden. Zo creëert de St. Jansbeek ook voor de mensen een prettige habitat.

Projectinformatie

  • Opdrachtgever: Gemeente Arnhem
  • Ontwerp/Architect: Buro Poelmans Reesink landschapsarchitectuur, Arnhem
  • Aannemer: Gebra Infra BV, Arnhem; Hoornstra Infrabouw, Doesburg; GMB, Opheusden
  • Straatbakstenen: Paviona DF en Nostalgie wasserstrich WF
  • Jaar van realisatie: 2016-2018
  • Locatie: Arnhem

Toegepaste producten

Onderstaande producten zijn toegepast in dit project. Naast technische informatie vind je op de productpagina's ook verwijzingen naar beschikbare tools en services. Daarnaast tonen we diverse referentieprojecten waar dit specifieke product ook is toegepast.

Meer referentieprojecten