Het baksteenbudget voor het plan was bescheiden, maar de hoeveelheid metselwerk gaf wel weer mogelijkheden voor variatie. Michael: “Het overleg met de leverancier hebben we heel vroeg opgepakt, om juist die speelruimte te bepalen. De keuze voor een goede basissteen was snel gemaakt.” Met de donkerrode Dragor in twee formaten zijn de meeste gevels opgetrokken. Met andere stenen, waaronder de Basstad, Birchridge, Sonsbeek, Larvik en een donkergroen geglazuurde steen zijn accenten gelegd. Ook is er gespeeld met variaties in voegkleuren, formaten en metselwerkpatronen.
“De Dragor is een levende steen, stoer en informeel, met veel kleurnuances waardoor het gevelvlak zelfs bij somber weer oplicht”, vertelt Jaakko. Dezelfde basissteen is gebruikt met lichte voegen in één woonblok en met heel donkere voegen in het naastgelegen blok. “Een enorm verschil”, aldus de architecten. “Elk gebouw een eigen karakter en detaillering gekregen. Dat kan zitten in die voegkleur, een horizontale band met geglazuurde baksteen of een stukje verticaal metselwerk. Met een iets grotere steen krijg je minder voeg: dat levert ook weer een ander beeld.” Door al die varianten in het driedimensionale model te testen, is gewerkt aan een samenhangend ensemble van vijftien verschillende gebouwen. “We hebben een ontzettende lol gehad in het zoeken naar verrijking van de gevel met basale, simpele oplossingen”, vertelt Jaakko “Alles is in situ gemetseld. De metselaars stonden lachend op de steiger.”